Berichten

Archief

NIEUWS

Kenotek Ypres Rally: Algemeen verslag

Het massaal opgekomen publiek werd ook dit jaar getrakteerd op een boeiende Kenotek Ypres Rally. De zegekandidaten waren talrijk en het ritme lag zeer hoog in de 51ste editie. Maar na spannende wedstrijd vol incidenten en omwentelingen was het toch opnieuw Freddy Loix (Skoda Fabia R5) die bovenaan de tabellen stond. Voor Fast Freddy de tiende zege op 20 deelnames.

De Kenotek Ypres Rally ging van start met een scratch voor Kevin Abbring (Citroën DS3 R5), waarmee de Nederlander zijn besttijd op de Qualifying Stage bevestigde, maar op kp 4 werd het klassement een eerste maal overhoop gegooid toen Abbring en Loix lek reden en een twintigtal seconden verloren. Craig Breen (Peugeot 208 T16) was nu de nieuwe leider in de wedstrijd, maar Abbring was vastbesloten om de leidersplaats te heroveren. Zijn aanval strandde echter in Mesen met een meervoudige koprol. Exit het duo Abbring-Tsjoen! Breen kon zo als leider de openingsdag afsluiter, maar ook Bryan Bouffier (Citroën DS3 R5), Stéphane Lefebvre (Peugeot 208 T16), Kris Princen (Peugeot 208 T16), Freddy Loix (Skoda Fabia R5) en in iets mindere mate Bernd Casier (Ford Fiesta R5) waren nog in de running voor de zege.

podiumVoor Kris Princen startte zaterdag in mineur. De Limburger was ‘s nachts onwel geworden en moest zelfs even het hospitaal opzoeken voor een check-up. De behandelende arts besliste daarop dat Princen niet fit genoeg was om verder te rijden wegens een te lage bloeddruk. Bijzonder jammer, want de Peugeot rijder had er een erg knappe openingsdag opzitten nadat vanuit een mindere startpositie was vertrokken.

Voor Bernd Casier ging het zaterdagmiddag te snel, waardoor hij zich toelegde op de vijfde plaats. Een heel ander verhaal kregen we bij Freddy Loix. De Belgische kampioen moest vrijdag nog harken om de leiders bij te houden, maar met een andere set-up lukte het plots veel beter en volgden ook de eerste scratchtijden van het weekend.

Het was echter wachten op de eerste doortocht over de Kemmel voor de eerste nieuwe ontwikkelingen vooraan. Leider Breen miste eerst een remzone en reed vervolgens lek toen hij de verloren seconden wilde goedmaken. Het tijdverlies bleef evenwel beperkt tot 15 sec. Net voor we de eerste maal de lange proef van Hollebeke aansneden kregen we met Bryan Bouffier een nieuwe leider. Knap van de Fransman, want eerder op de dag kende hij nog problemen met de intercom. Breen volgde op 0.6sec en Lefebvre was derde op 1.3 sec.  8.7 sec was dan weer de achterstand van Loix, vierde in de tussenstand.  Maar zoals vaak vervulde Hollebeke zijn taak als scherprechter van de rally. Terwijl Loix met een kanontijd verder oprukte in het klassement, ging Breen even het veld in. Zonder veel erg, maar de radiator werd wel geraakt waardoor hij met oververhitte motor aan de finish kwam. De krachtbron van de Brit had hieronder geleden en de opgave was onafwendbaar. Het was niet de proef van de Peugeot rijders, want Lefebvre verloor eveneens drie minuten met een lekke band.

Lefebvre zou nadien nog een tweede maal lek rijden, maar ditmaal bleef het tijdverlies beperkt tot 49 sec. Ondertussen bleef Loix leider Bouffier onder druk zetten tot deze in Westouter een klein stuurfoutje maakte en lek reed. Het verdict was zwaar: twee minuten gingen verloren en meteen lag de weg naar de zege open voor Freddy Loix. De Skoda rijder nam in de twee resterende ritten geen risico’s meer en pakte zijn tiende overwinningen op twintig deelnames in de kattenstad.

“Dit is de mooiste overwinning van de 10 zeges die ik hier behaalde,” vertelde Loix. “In het begin was onze Fabia R5 niet stabiel in de snelle stroken en ik moest ook rekening houden met de hogere topsnelheid van de R5 in vergelijking met mijn vroegere Fabia S2000. De Fabia R5 gaat 20 km/h harder. Een bocht die ik vroeger aan topsnelheid nam, zonder na te denken, zorgde nu toch een paar keer voor een hachelijk moment, want wanneer je die aan 190 km/h neemt in plaats van aan 170 km/h, dan reageert je wagen toch anders. Uiteindelijk vond ik zaterdagochtend een goede set-up, na het vervangen van de achtertrein. Vanaf dat moment wist ik dat we onze achterstand goed zouden maken. We waren genaderd tot op enkele seconden van Breen en Bouffier toen ze in de problemen kwamen.”

Ook achter de kopgroep kregen we heel  wat positiewissels en ook hier speelde de Kp Hollebeke een rol van betekenis. Bernd Casier, onder druk gezet door Vincent Verschueren,  ging met zijn Fiesta R5 over de kop.  Voor Verschueren zou het trouwens een onvergetelijke dag worden, want door de opgaves van de koplopers klom hij steeds verder op richting een onverhoopte derde podiumplaats in de thuisbasis van GoDrive. De patron van GoDrive, Gaby Goudezeune, was wellicht nog gelukkiger dan Vincent. In de slotfase hield het team de vingers gekruist, want de DS 3 R5 van Verschueren moest het vijf proeven zonder eerste versnelling doen.

Een knalprestatie werd er eveneens neergezet door Romain Dumas. De Fransman stevende in zijn Porsche 997 RSR tussen de R5 meute op een vierde plaats, maar helaas sloeg de pechduivel op de voorlaatste proef toe toen hij met een geblokkeerde versnellingsbak moest opgeven. Zijn landgenoot Francois Delecour (Porsche 997 GT3) kon hier niet van profiteren, want eerder op de dag verloor hij in Hollebeke zes minuten een nukkige benzinepomp.  Op die manier ging de zege in R-GT alsnog naar Patrick Snijers (Porsche 997 GT3) die na een moeilijk weekend als dertiende eindigde.

Bruno Magalhaes (Peugeot 208 T16), die aanvankelijk met moeite tijden in de top 10 kon rijden, eindigde nog op de 4de plaats, voor de uitstekende jongere Stéphane Lefebvre.  Achter de Skoda Fabia’s S2000 van Jaroslav Orsak en Jaromir Tarabus (6de en 7de), realiseerde Didier Duquesne (Fiesta R5) een knappe eindsprint nadat hij eerder tijd verloor met een schuiver en remproblemen, waarbij hij Davy Vanneste (Ford Fiesta R5) verraste. Lang kon de piloot uit Aalbeke niet genieten van zijn achtste plaats, want Duquesne werd na afloop uit de uitslag geschrapt toen er een onregelmatigheid werd vastgesteld op zijn tijdskaart bij een pointage aan een TK.

Vanneste werd misleid door de sortie van Josh Moffett (zevende op dat ogenblik) op de laatste proef. “Ik zag een groene Fiesta en ik dacht dat het Duquesne was die van de baan was gegaan. Daarom lichtte in het voetje, maar het kostte me nog twee plaatsen,” vertelde Davy Vanneste. (één plaats na het schrappen van Duquesne uit de eindstand). Zowel Duquesne als de soms te onstuimige Martin McCormack (Skoda Fabia S2000) gingen op de slotproef nog voorbij Vanneste, die in het begin van de wedstrijd meer dan twee minuten verloor door een losgekomen turbodarm. Zonder dat voorval zat een top 5 er zeker in. Bij de crash van Josh Moffett verloor EuanThorburn (Fiesta S2000) eveneens tijd, want hij hield als enige zelfs even halt bij de gestrande Ier. Dit kostte hem misschien wel een achtste plaats, maar nu moest hij vrede nemen met rang 11 net achter Peter Kristiansen (Skoda Fabia S2000).

Bij de ERC Juniors ging Diogo Gago (Peugeot 208 R2) op de slotproef van Hollebeke van de baan. Bijzonder zuur voor de Portugees, want hij had kunnen winnen omdat Marijan Griebel (Opel Adam R2), leider op dat ogenblik, op dezelfde proef lek reed. Zo ging de winst in extremis naar Aleksander Zawada, die eveneens een zeer warm moment kende op die slotproef. Het podium bij de Juniors werd trouwens volledig bezet door Opel-piloten, met Griebel en Tannert op de tweede en derde plaats. In RC4 eindigde Victorien Heuninck op de derde plaats met zijn Peugeot 208 R2. In de marge noteren we hier ook nog de opgaves van Emil Bergkvist (motor), Chris Ingram (motor na sortie) en Joachim Wagemans (sortie).

Reacties & persberichten zijn welkom via kristof@flyingfinish.eu

Reacties gesloten