Met twee piloten op het podium, vijf Citroëns in de algemene Top 10 en winst in de categorieën R3, R2 en R1, zowel als bij de dames, ging Citroën met het merendeel van de prijzen aan de haal in de Rally van Luxemburg, met uitzondering van de 1ste plaats die met ruime voorsprong behaald werd door de Duitser Mark Wallenwein.
Onder een drukkende hitte, die het zowel voor de bemanningen als de mechaniek zwaar maakte, werd er in de streek van Bettborn twee dagen lang een spannende strijd uitgevochten tussen Caren Burton, de referentie in de Citroën Racing Trophy Belux, Quentin Gilbert, co-leider in de Citroën Top Driver in het Wereldkampioenschap Rally, en Bruno Thiry, één van de grootste Belgische rallypiloten aller tijden. Tot op twee proeven van het einde bedroeg het verschil in dit mooie duel tussen verschillende generaties (32, 24 en 51 jaar) nooit meer dan 10 seconden. Net voor de laatste ronde had Gilbert een voorsprong van 4″3 op Thiry en 5″4 op Burton…
Helaas moesten Bruno Thiry en Johny Blom opgeven toen een onderdeel van de remmen afbrak bij het verlaten van Préizerdaul.
“Een pen van 50 cent heeft ons in de steek gelaten,” legde een zichtbaar ontgoochelde Bruno uit. “Het is moeilijk te aanvaarden na zo een felle strijd, vooral omdat we maar één of twee rally’s par jaar rijden. Autosport kan soms hard zijn.”
Quentin Gilbert toonde eens te meer zijn snelheid en sloeg hard toe op de lange proef van Redange, waar hij 11 seconden sneller was dan Caren Burton op 20,8 km.
“Hij heeft me op snelheid geklopt,” gaf Caren eerlijk toe. “Ik zie niet waar ik 5 seconden kon halen, en hij gaat nog 11 seconden sneller! Bravo! Het was een mooie wedstrijd en samen met Cédric Pirotte hebben we ons goed geamuseerd.”
Voor Quentin Gilbert is de opdracht volbracht, met een onverhoopte 2e plaats algemeen als kers op de taart.
“Het was een zeer leuke wedstrijd,” verklaarde Quentin aan de finish. “Ik ben naar hier gekomen om de WK-Rally van Duitsland voor te bereiden, want we hebben de gelegenheid niet om later nog te testen. Daarbovenop had ik niet meer op asfalt gereden sinds de Rallye du Var in november. De balans is positief. De wagen was het hele weekend performant en alles is goed verlopen op alle vlakken. Ik heb een klein foutje gemaakt op het begin, wat me 17 seconden kostte. In een secondenstrijd zoals deze is dat veel. Ik wou ook niet te veel risico’s nemen want de wagen moet over 10 dagen in Finland rijden, maar ik ben er toch in geslaagd de bovenhand te nemen. Het spijt me voor Bruno, hij verdiende beter dan een opgave door van zo’n kleinigheid. Hij had beter verdiend.”
Achter Quentin Gilbert en Caren Burton kende de Luxemburger Ronny Foxius een uitstekend debuut met zijn DS3 R3. Hij eindigde op de derde plaats in de Citroën Racing Trophy Belux en 5de algemeen. Armand Fumal kreeg af te rekenen met een nukkige turboleiding, een lekke band en een ongunstige normtijd. Toch bevestigde hij zijn regelmaat door als 4de DS3 en 9de algemeen te eindigen voor de Duitser Lars Mysliwietz die een vijfde DS3 in de Top 10 plaatste.
De goede prestatie van de DS3’s werd vervolledigd door de klassezege van Guillaume Dilley met zijn C2-R2 Max, die buiten de Trophy aantrad in de categorie R2, en die van Julie Devalet in de categorie R1. De Luikse amazone ging op haar elan van Ieper verder en bewees haar aanpassingsvermogen aan de DS3 R1.
“Mijn doel was sneller te zijn dan de andere Duitse deelneemsters,” verheugt de vriendin van Caren Burton zich. “Ik was al zeer blij dat ik hen vanaf het wedstrijdbegin achter me kon laten, ook al hebben zij meer ervaring dan ik met de wagen in het kader van de Duitse Citroën Racing Trophy. Uiteindelijk namen we dankzij de problemen van de Duitser Knof en de Fransman Blas de leiding in R1. Van dan af moesten we enkel nog onze voorsprong controleren.”
