In de laatste manche van het Frans rallykampioenschap 2012, de Rallye du Var, moesten Freddy Loix en Lara Vanneste vroegtijdig de strijd staken. De BFO Peugeot 307 WRC, op dat ogenblik tweede in de tussenstand, ging op de zevende klassementsproef van de baan.
Freddy Loix ging vrijdagmiddag met het volste vertrouwen van start in Ste Maxime. Maar, de BFO-piloot, die eveneens gesteund werd door Cuckoomobile, moest op de eerste vier chronoritten zijn meerdere erkennen in voormalig F1-piloot Robert Kubica. Van een duel met gelijke wapens was immers geen sprake.
“We wisten na de shakedown al dat het moeilijk zou worden. Onze Peugeot is van een ander tijdperk en de C4 WRC werd niet voor niets wereldkampioen. Op dat vlak reden we al met een handicap, maar die werd nog versterkt door het verschil in banden. Robert had enorm efficiënte Pirelli’s. Het asfalt in de Var is ruw en biedt veel grip. Wij moesten opteren voor de hardste compound om de banden niet helemaal aan flarden te rijden, terwijl de Pirelli’s van Kubica bij de finish amper slijtage vertoonden. Kubica reed daardoor van iedereen weg, ook van Cédric Robert en Craig Breen. Voor ons was het vrijdagavond al duidelijk dat we ons geen illusies moesten maken.”
Freddy en Lara reden, ondanks een schuiver op de vierde proef in Plan de la Tour, overigens weg van de concurrenten in het Frans kampioenschap. Na zes proeven volgde Cédric Robert op 1’11” van de BFO Peugeot 307 WRC, maar op de zevende proef, Pignans, werd Freddy verrast.
“In een remzone sloeg de bodem van de Peugeot tegen het asfalt. We werden door die klap op de carterplaat omhoog gekatapulteerd. Toen de voorwielen de grond weer raakten, was het te laat om nog voldoende af te remmen voor de bocht. We raakten de talud, waarbij de ophanging brak. Het is de eerste keer in mijn carrière dat ik op die manier van de baan ga. We waren niet eens aan het pushen… Ik vind het bijzonder jammer voor mijn partners BFO, Cuckoomobile en 2C Compétition om het seizoen op deze manier af te sluiten. Vanaf nu concentreren we ons op 2013. De vooruitzichten zijn alvast veelbelovend!”
