Ook in Zuid-Frankrijk viel afgelopen weekend heel wat rallygeweld te beleven. In de thuisstreek van Freddy Loix (Peugeot 307 WRC) werd immers de Rallye du Var gereden. Hoewel Fast Freddy voor het eerst deelnam aan deze wedstrijd, wou hij maar al te graag de slotmanche van het Franse asfalt rallykampioenschap op zak steken.
Maar de Limburger moest al snel zijn ambities bijstellen. De Pool Robert Kubica won in zijn Citroën C4 alle proeven op de openingsdag, terwijl Loix de aansluiting verloor na een schuiver op de vierde proef. Kubica sloot zo het vrijdaggedeelte af met bijna anderhalve minuut voorsprong op Loix. Cédric Robert (Peugeot 207 S2000) volgde als derde op ruim 2 min. Hetzelfde verhaal op zaterdag … Kubica bleef besttijden knallen, terwijl Loix zijn tweede plaats verder verstevigde tot kp 7 waar onze landgenoot in de fout ging en definitief van de baan schoof. Kubica had nu helemaal gewonnen spel en kon met ruim 5 min voorsprong op Robert de 3 resterende ritten van de slotdag aanvatten. Maar consternatie alom aan de finish van de voorlaatste, want de voormalige F1 rijder was zwaar van de baan gegaan door een foute nota. De C4 van PH Sport brandde volledig uit, maar de bemanning bleef gelukkig ongedeerd. Robert profiteerde hier maximaal van om na 2002 en 2010 zijn derde eindzege in de Var te laten optekenen.
Romain Dumas (Porsche 996 GT3 RS) eindigde als tweede op 1 min 45 en bijna stond er met Gilles Nantet (Porsche 997 Cup) nog een tweede Porschist op het podium. Maar de Franse rallykampioen van 2011 reed lek op de slotproef en viel terug naar de 7de plaats in de eindstand. Zo kon de Ier Craig Breen (Peugeot 207 S2000), die eveneens heel wat tijd was verloren met 2 lekke banden, in extremis alsnog het podium beklimmen.
In de Citroën DS3 Trophy streden Mathieu Arzeno, met de Belgische co Renaud Jamoul, en Quintin Gilbert tot in de slotmeters om de zege. De bloemen waren finaal voor Arzeno, maar de titel ging naar Gilbert die zaterdag zijn overgebleven titelconcurrenten Jean-Sébastian Vigion (versnellingsbak) en Stéphane Consani (van de baan) zag opgeven. Beide Citroën rijders werden respectievelijk 8ste en 9de algemeen af. Ook Kevin Demaerschalk reed een zeer verdienstelijke wedstrijd in de Citroën Racing Trophy. De piloot van het RACB National Team had uitzicht op een podiumplaats, maar een lekke band kostte hem 2 min wat hem op de 4de plaats deed strandden. Demaerschalk reed bovendien naar een 15de plaats algemeen en hield daarmee nipt de Fransman Eric Mauffrey (ex-Van Woensel Nissan 370 Z) achter zich.
Omdat Mauffrey verkoos te starten met de pas aangekochte Nissan, was kris Princen nog voor de start zeker van de titel in de Franse Challenge Renault Sport. Maar de Limburger gaf zijn titel extra kleur met een nieuwe zege in de Var en een 11de plaats algemeen. Princen degradeerde zijn tegenstanders tot figuranten in de Var, maar vond in Bryan Bouffier alsnog een leuke speelkameraad. Bouffier reed in Sainte-Maxime de eerste wedstrijdmeters met de nieuwe Peugeot 208 R2 en eindigde op een tiental seconden van Princen als twaalfde.
Met Laurent Wilkin blijven we bij Renault. De winnaar van de Volant ASAF reed met zijn Twingo van Benoit Blaise Racing 2 scratches in de Twingo R2 Trophy en liet hem even dromen van een dichte ereplaats. Maar een tijdrovende lekke band en een erg nadelige normtijd moest hij vrede nemen met de 5de plaats als 53ste algemeen.
Melissa Debackere eindigde met haar Citroën DS3 R3 naar een 62ste plaats en Michel Wilders parkeerde zijn Honda Civic Type R op de 71ste plaats. Cédric Cherain (Mégane RS) ging na een sterk wedstrijdbegin Kris Princen vooraf, maar werd dan iets te overmoedig en ging op zaterdagmorgen van de baan op kp 6.
Tot slot noteren we ook nog een tweede plaats van Kurt Vanderspinnen bij de Historics. De zaakvoerder van Historic Rally Promotions moest in zijn Escort RS1600 ruim 1 min toegeven op de Porsche 911 van Gérard Moriere, maar had zelf ook bijna een minuut voorsprong op Pierre Bonnardel (Porsche 911 Carrera) die derde werd.
